FontLab Studio is een van de oudste nog ontwikkelde programma's waarmee lettertypes ontwikkeld worden, beschikbaar voor Mac en Windows. Het heeft vele mogelijkheden en biedt ondersteuning voor verschillende standaarden zoals OpenType, TrueType en Type1 lettertypes.
Na het openen van FontLab zie je verschillende panelen. Een nieuw font kan je beginnen door het menu File->New. Onderstaand venster opent dan:
Dit is de opsomming van alle Glyphs die in jouw nieuw lettertype aanwezig zijn. Natuurlijk dien je daar later nog een vorm in te tekenen. Maar eerst dien je algemene info te bekijken. Als je een glyph selecteert, dan zie je daarvan de info verschijnen in het paneel Glyph Proporties. Deze informatie verschilt per glyph. (Mocht dit paneel niet aan staan, kan je het bereiken in het menu Edit->Properties.)
Als je in het menu View->Toolbars->Mark aanzet, verschijnt volgende werkbalk:
Met deze werkbalk kan je gemakkelijk kleuren toekennen aan individuele glyphs, zodat je gemakkelijker je weg vindt.
In elk font dienen een aantal gegevens ingevoerd te worden, zoals de naam waaraan het font te herkennen is, de x-hoogte enz. Dit doe je in de Font Info dat je kan bereiken met het menu File->Font Info.
Het belangrijkste onderdelen zijn Names and Copyright en Metrics and Dimensions aan de rechterzijde. Vouw deze menu's open en vul alle gegevens in elk van de onderliggende items in. Dit zijn bevoorbeeld jouw naam, de UPM, de x-hoogte, de hoogte van de stokken en staarten enz.
Wil je een glyph uittekenen, dan dubbelklik je er op in het overzicht. Een glyph window verschijnt, met daarin een grid en enkele lijnen. In dit venster teken je:
Om hier in te tekenen heb je de volgende werkbalken nodig: tools en transformations:
Als je deze werkbalken niet vindt kan je deze inschakelen via het menu View->Toolbars->Tools en het menu View->Toolbars->Contours. In de eerste werkbalk vind je de gereedschappen om lijnen te tekenen voor je glyph. Een lettertype bestaat niet uit pixels, maar uit contourlijnen: het programma zal deze nadien opvullen met een kleur. In de tweede werkbalk kan je de getekende contouren bewerken. Deze functionaliteit heb je ook in het paneel Transformations dat je kan inschakelen in het menu Window->Panel->Transformation.
Uiteindelijk zal je elke letter uittekenen met een vormgeving naar jouw keuze. Je zorgt ervoor dat je glyph aan de rechterzijde van de oorspong staat. Daarna versleep je een van de basislijnen zodat die aan de rechterzijde van je glyph staat. Deze lijnen leggen de volledige breedte van de glyph vast:
Terwijl je aan een glyph werkt, kan je zien hoe deze past in de reeks van reeds bestaande glyphs. Schakel hiervoor het paneel Preview in met het menu Window->Panels->Preview.
Bovenaan dit paneel kies je een tekst of voer je zelf een tekst in met de letters die je ten opzichte van elkaar wil vergelijken. In het grote deel kan je dan de letters bekijken.
Pas als alle glyphs getekend zijn begin je aan de spatiëring en de kerning. Dit doe je in het venster Metrics dat je kan bereiken met het menu Window->New Metrics Window.
Bovenaan geef je de glyphs in waaraan je wilt werken. Aan de linkerkant kan je specificeren of je spatieert of kernt.
In een font kunnen een paar duizenden glyphs aanwezig zijn. Welke jij uittekent kan je zelf bepalen. Zodra alle glyphs aanwezig zijn die je wil hebben, kan je het font exporteren met het menu Font->Generate Font... Je kiest als welk bestandstype je wil bewaren en je kiest een locatie.
Zodra het font geëxporteerd is, installeer je het op je systeem, en controleer je nogmaals of alles in orde is. Sommige fouten vallen pas op tijdens het gebruik van het font.